zaterdag 30 juni 2007

Ameland, beelden van een veranderend landschap

Antoon Kuhlmann met zijn boek
















Antoon Kuhlmann schreef een boek. Al vijf generaties lang bezoekt de van oorsprong Leeuwarder familie Kuhlmann Ameland. Sinds 1917. Antoon Kuhlmann (61), geboren in Leeuwarden maar nu wonend in Beek-Ubbergen bij Nijmegen, komt er al sinds 1954, samen met zijn ouders, broer en zussen. In al die jaren is er heel wat veranderd. Een grote verzamelingen van die veranderingen heeft Kuhlmann gebundeld in een boek: ‘Ameland, beelden van en veranderend landschap’. Een van de veranderingen is de bouw van NaBuren, vlakbij ’t Ruyghe Nest aan de Zwarteweg. Dit rietgedekte huis werd vier jaar gelden gebouwd in opdracht van Kuhlmann en zijn familie. Ze kregen heel wat werklui over de vloer. Bouwvakkers, installateurs, meestal jonge werknemers die niet erg bekend waren met het duingebied waar ze aan het werk waren. Het viel Kuhlmann op dat de bouwvakkers best trots zijn op hun eiland maar dat ze weinig over hun geschiedenis weten. Het inspireerde hem tot het schrijven van zijn boek over de landschapsontwikkelingen op Ameland. Hij maakte er 25 opstellen van, met onder meer de ontwikkeling van de strandpalen, het verdwijnen van het Buurder bos, het afgebroken Land- en Zeezicht en de nieuwbouw van Strandhotel Buren tot onderwerp. Hij noteert de oude en nieuwe namen van de vakantiehuisjes tussen Nes en Buren en bespreekt de ontwikkelingen aan de Strandweg van Nes. Kuhlmann en zijn zeven broer en zussen hebben al de jaren dat ze naar Ameland komen voorvallen opgeschreven in een schrift. Iedereen schreef een blaadje vol voordat de koffers voor de terugreis werden gepakt. De een vertelde over een afgebrand vakantiehuisje, de ander schreef over het weer. Een zwager heeft 30 jaar lang de prijs van de ijsco’s van De Jong in Nes bijgehouden. Hij begon in 1963 met een ijsje van 5 cent. Deze schriften zijn een van de bronnen waar Kuhlmann uit heeft geput voor zijn boek. Een tweede bron is zijn eigen geheugen. Als je door het Amelander landschap loopt zie je restanten van honderd jaar geleden. Dat intrigeert de schrijver. Hij herkent de oorspronkelijke verkavelingsstructuur en weet de historie van de herindeling van de duinen. Hij vindt het interessant om die restanten te zien en te herkennen en te weten welke geschiedenis er achter zit. Met dagelijkse discipline en erg veel plezier werkte hij aan het boek. Een jaar lang zat hij iedere ochtend achter de tekstverwerker. “Het is voor de gemeenschap leuk om iets vastgelegd te hebben dat niet alleen over de dorpen gaat.” Twee jaar geleden is Kuhlmann gestopt met werken op de Milieu- en Groen afdeling van de gemeente Nijmegen. Eerder was hij werkzaam bij de Heidemij. In zijn werk liet hij de geschiedenis van het landschap altijd een rol spelen. Dorps- of wijkbewoners identificeren zich namelijk sterk met het verleden van hun woongebied, weet de schrijver. Dit soort kennis draagt er al snel toe bij dat men trots is op zijn woonomgeving en zorgvuldiger omgaat met de openbare ruimte. Vier of vijf keer per jaar komt hij naar het familiehuis op Ameland. In alle jaargetijden is hij er wel een keer. De ene keer komt hij voor de paddenstoelen, de volgende keer voor de planten en soms voor de zon en zit hij op het terras. “Als je zo’n boek als dit schrijft, merk je hoe je zelf veranderd bent,” zegt Kuhlmann. Vijftig jaar geleden ging een vakantie op het eiland gepaard met een complete volksverhuizing. Hutkoffers werden vooruitgestuurd en er waren altijd problemen met de overtocht. Nu reist Kuhlmann met een rugzakje en tegenwoordig kan hij vertrouwen op de dienstregeling van de boot. Hij zit op het terras van NaBuren. Voorheen kon je van daaruit de katholieke kerk en Nes zien. Nu kijk je tegen de bomen van De Vlijen aan. Het beplanten van De Vleijen is een grote landschappelijke ingreep geweest. Het is een van de ontwikkelingen waar Kuhlmann minder gelukkig mee is. Iets nieuws is niet altijd een verbetering, verzucht hij. De gemeente kan van zijn boek leren: hoe ga je met het landschap om en op basis van welke visie behoud je de openheid die zo kenmerkend is voor het eiland of bouw je een gebied vol en plant je bomen. Wat hem betreft had de gemeente destijds voor de openheid moeten kiezen. Ook dan was het nog altijd mogelijk geweest om recreatieve voorzieningen zorgvuldig in te passen, weet hij. Kwaliteit van het landschap en van de openbare ruimte schrijft Kuhlmann hoog in het vaandel. Hij daagt de gemeente als het ware uit om nu eindelijk eens iets te gaan doen met de plek waar voorheen de hotels Scheltema en Steinvoorte stonden. Op die locatie was het destijds een en al levendigheid. Het was een bruisende plek en nu is het een van de lelijkste en weinig zeggende plekken van het eiland, meent Kuhlmann. “Maak daar een kunstwerk, desnoods met het profiel van die hotels!” Doe in ieder geval iets met die plek, is zijn boodschap. De gemeente laat kansen liggen, zoals de gemeente ook kansen heeft laten liggen bij de bebouwing van Achterdijken bij Nes. “Daar is niet echt naar de architectuur gekeken.” Bebouwing moet passen in het landschap, is Kuhlmanns visie. “Had de gemeente niet de randvoorwaarde mee moeten geven dat deze gebouwen zorgvuldig moesten passen in het Amelander landschap? Dit soort gebouwen staat overal in Nederland. De Achterdijken, is dat nou Ameland? ” verbaast hij zich over het visitekaartje van het eiland. De oud-Leeuwarder heeft nog meer plannen. Er zitten nog enkele ideeën voor boeken in zijn hoofd. Zijn volgende project gaat over varende rariteitenkabinetten en hij heeft nog wel wat onderwerpen die over Ameland gaan. Door een boek als dit te schrijven leer je goed te kijken naar wat er in het verleden is gebeurd. Door het boek te lezen kun je betere beslissingen nemen over de toekomstige ontwikkelingen van het eiland. Ameland kan er zijn voordeel mee doen. Ameland, beelden van een veranderend landschap kost € 24,50 en ligt op Ameland in de boekhandels. Het boek is te bestellen bij uitgeverij Charoon, www.charoon.nl




vrijdag 29 juni 2007

Column - Product en proces

Ameland is evenementen eiland geworden. Kleine en groots opgezette theater-, muziek- en vooral sportspektakels vlechten zich tussen het gewone leven door.

Stichting Ameland Promotie, SAP, brengt “evenementen als integraal onderdeel van het product Ameland onder de aandacht van potentiële gasten,” zeggen ze zelf. Hoe krijgen ze het hun strot uit: het product Ameland. Een rolletje drop is een product. Een zakje pinda’s is een product en een terreinwagen is een product, maar Ameland is een leefgemeenschap op een eiland. Een plek waar het heerlijk wonen is en waar niet-Amelanders graag een bezoekje aan wagen. Die gasten bezoeken niet een product maar een eiland met strand, hoge luchten, duinen, kwelders die af en toe onderlopen, sternkuikens die verzuipen, paarden voor de reddingboot en schelpenpaadjes waar ze op kunnen fietsen. Ze bezoeken een andere wereld, die door de overtocht over een stukje water ver van hun dagelijkse beslommeringen lijkt.

Wanneer we als promotie stichting gaan spreken over product, dan hebben we toch net iets teveel afstand van ons eigen eiland genomen. Dan benaderen we het met marketing maniertjes en richten we ons op convenience-georiënteerden. Veel is de maat geworden. We willen veel gemakkelijk beheersbaar publiek dat geen lastige eisen stelt afgezien van eigen plezier en gemak. Product gericht denken past daarbij. In plaats van hechten aan ruimte, rust, ontspanning, natuur en cultuur verworden we tot een eiland met veel bier uit plastic bekertjes, lallende evenementenbezoekers en chaos op de veerboot.

Het begrip duurzaamheid moet op Ameland nog inhoud krijgen. De woorden zijn er wel maar de daden waar een doorleefde visie achtersteekt blijven voorlopig beperkt tot het binnenhalen van allerlei mediageile persmomenten van al jaren in het vat zittende projecten die nu als Amelands tevoorschijn worden gehaald. Waar Ameland eigenlijk op zit te wachten is duurzaamheid in harmonie met de eilander cultuur en de ecologische waarden van onze schitterende omgeving.

Vlieland en Schiermonnikoog doen het wat dat betreft heel aardig. Voor Amelandse begrippen komt het kinderachtig over, maar het zegt wat over de manier van denken en werken. De fietsverhuurders op die eilanden vragen een ‘groene toeslag’ waarmee natuurprojecten worden gerealiseerd. Ze halen er nog provinciale subsidie mee binnen ook.

Jeanet F. de Jong

vrijdag 22 juni 2007

Column - WaddenMuziek

We zijn naar Oerol op Terschelling.

“Nog veel Oerlol,” zegt een guitige restaurateur van het Witte Huisje in Midsland. Mijn maatje en ik hebben daar net kabeljauw gekaand en ik had net het schaaltje appelcompote met cranberry’s tot op de bodem leeg geschraapt. “Waar is toch de Dammesaan?” riepen wij. Ik moet eerlijkheidshalve toegeven dat we al een fles witte wijn achter de kiezen hadden. We liepen drie keer de straat op en neer, ontdekten het Syltje, waar we ook nog naar toe wilden want daar speelde een blues band, maar konden de Dammesaan niet vinden. De naam van de tent zit al heel lang in mijn hoofd. Iedereen die op Terschelling is geweest roemt de Dammesaan en wij wisten niet waar die stond. We kwamen terug bij het Witte Huisje. Klantvriendelijkheid is troef op Oerol en dat maakt Oerol zo Oerol. Het is ook logisch. Waar ze op een gewone donderdagavond hoogstens 24 plates omzetten, komen er nu 260 hoofdgerechten uit de keuken. Maar buiten dat, de portier van het etablissement was zo vriendelijk ons bij de arm te nemen en te begeleiden naar de Dammesaan. Drie stappen naar links, daar was het dus.

In de Dammesaan was levende muziek te beluisteren van Terschellings eigen band Schylger Stout. “De leukste Ierse band van Terschelling,” zeggen ze zelf en daar is geen woord aan gelogen. Van het kaliber Zydeco Beach Party maar dan met Ierse ballades en folk. Mandoline, viool en handdrum en een paar fantastische stemmen. Dat doet me meteen denken aan het Waddentoernooi, maar dan anders. In gedachten zie ik een culturele uitwisseling tussen de eilanden. Zydeco Beach Party met Schylger Stout op één avond en dan nog een band van Schier, een muziekgroep van Vlie en een Texelse band. Dan heb je wat. Eens in het jaar WaddenMuziek. De ene keer op Terschelling en het volgende jaar op Ameland. De muziek reist gewoon de waddensporters achterna.

In de taxi horen we van de chauffeur: “De eilanden doen niet zoveel samen. Er is eerder rivaliteit.” Wat rivaliteit!?, denk ik dan. We hebben juist heel veel gemeenschappelijk en dat hoor je terug bij Schylger Stout. Die jongens en dat meisje weten er wat van te maken, zoals meer muzikanten op alle eilanden er wat van weten te maken. We leggen WaddenMuziek in de week en wie weet komt het er van.

Jeanet F. de Jong

donderdag 21 juni 2007

Logboek van een vliegveld

Logboek van een vliegveld
‘Logboek van een vliegveld. Vliegveld Ameland in de periode 1916-2007’ werd uitgebracht ter gelegenheid van het vijftigjarige bestaan van het vliegveld bij Ballum. Ina Nagtegaal en Bjørn van den Brink beschrijven de geschiedenis, voor een groot deel gebaseerd op interviews met Amelanders. In het boek staan vele foto's. 


Het boek is anno 2021 in het tweedehands circuit nog wel te bemachtigen. Op Vraag & Aanbod Ameland staat een exemplaar te koop.

  • Logboek van een vliegveld
  • Bjørn van den Brink en Ina Nagtegaal
  • Uitgegeven door Werkgroep 50 jaar vliegveld Ameland
  • ISBN 9789090220246
  • 2007

vrijdag 15 juni 2007

Column - Majesteit

Majesteit was op bezoek bij de buren. Die groene hoed, dat is ze en ik was er bij.

Het feest begint in Lauwersoog, in restaurant Wadden Zeezicht. Het ruikt er op een vreemde manier naar vis. In de eetzaal verzamelt zich de pers. Broodjes en koffie staan klaar en de RVD brieft de aanwezigen. We moeten ruime afstand tot de majesteit houden; ze komt voor het volk en het volk moet haar kunnen zien. De Koningin rechtstreeks citeren mag niet, toeschrijven naar wat ze heeft gezegd kan wel. Het is een uiterst vriendelijke meneer, die Aad van de RVD. Later, in Zoutkamp, als ik toch iets te lang op het trappetje blijf staan om een close up van de Koningin te maken, duwt hij me zachtjes maar resoluut naar achteren. Denk om de negen meter grens!
Enkele van de fotografen en verslaggevers zijn kind aan huis bij de RVD. Ze volgen de Majesteit waar mogelijk. “Die hoed heeft ze eerder op gehad,” zegt de man met de krullen. “Ja, toen op de Antillen zegt de ander.” De deux-pièces gaan kennelijk ook af en toe op herhaling. “Ze is zeker aan het recyclen,” zegt de gekrulde fotograaf weer. De sfeer is vriendelijk en ontspannen, voor maar ook achter de schermen. Beveiliging is niet hinderlijk aanwezig. Pers krijgt volop, niet alle, gelegenheid haar werk te doen en het volk kan handen geven, toezingen en tekeningen en bloemstukjes overhandigen.

Het bloemstukje dat Beatrix op Schiermonnikoog van twee schoolkinderen krijgt aangeboden, is gemaakt in Leeuwarden. De bloemist van Gerben Reitsma’s bloemenzaak in de Kleine Kerkstraat in de Friese hoofdstad heeft het boeketje in een grote doos verpakt. Hij en zijn moeder brengen het hoogstpersoonlijk naar Schier. We raken aan de praat. Zij zitten net als ik in Wadden Zeezicht aan de koffie. Gerben Reitsma? Kleine Kerkstraat? Dat is de bloemenzaak waar wij onze Mobach tulpenvaas hebben gekocht. De bloemist weet het nog, ook al is het al twee jaar geleden. “Die grote groene, die op een UFO lijkt?” Ja, die staat bij ons op tafel. Ik voel me opeens nauw verbonden met de Majesteit.

Het lijntje naar de Koningin wordt nog strakker als Hare Majesteit op de pier van Schier een, voor een dag als deze met een programma zo vol als een bevrucht ei, lang gesprek heeft met Bert de Boer, schipper van reddingboot Annie Jacoba Visser uit Lauwersoog. Dat is dus wel even mijn oude buurjongen Bert van buurman Piet en buurvrouw Tine.
Als ik dan later dé foto van de dag maak van de omhelzing van Beatrix met Sophie Booij is dat het kroontje op mijn dag. Oranje Boven en Leve de Koningin! Ze moet maar gauw weer eens naar Ameland komen.

Jeanet de Jong

Beatrix in Zoutkamp

Beatrix en Bert

Beatrix en Sophie Booij