dinsdag 18 mei 2010

Terug naar de Toren

Thijs Visser (59), jongste zoon van Thijs Arend Visser van het beroemde Ameland boek ‘Onder het Torenlicht,’ debuteert met ‘Terug naar de toren.’ Het debuut van Thijs Visser is een literaire thriller. De titel van het boek is een eerbetoon aan het boek van zijn vader dat in 1946 uitkwam. Het boek vertelt het verhaal van twee families. Folkert de Vries gaat op zoek naar zijn jeugdherinneringen op Ameland, het Waddeneiland waar hij vroeger zijn schoolvakanties doorbracht bij zijn grootmoeder. Hij ontmoet Jacob de Vries, een ver familielid. Hun families hebben dezelfde traumatische ervaring, het verlies van een zusje. Dat heeft het gezinsleven van vooral Jacob volledig verwoest. Het lichaam van zijn jongere zusje Sietske is nooit gevonden. Aangenomen wordt dat zij is verdronken. Folkert raakt bevriend met Jacob en trekt zich zijn lot aan. Hij wordt bovendien verliefd op Ira, de vrouw van de hotelier. Zij blijken oud-schoolgenoten te zijn en beiden ongelukkig in hun huwelijk. De vermeende waarheid over de dood van Sietske wordt steeds twijfelachtiger, waarbij de overspelige dominee een belangrijke rol speelt. Bovendien wordt Folkert tegengewerkt, maar door wie? In een hoog tempo neemt Thijs Visser u mee naar de spannende ontknoping.

maandag 17 mei 2010

Amelander Kwartet

Het Amelander Kwartet leert Amelander woorden en begrippen, leuk voor eilanders, hilarisch voor niet Amelanders die hun tong breken over het dialect en vermakelijk voor jong en oud.

"Mag ik fan dij fan feugels de kôb?" "Nee, maar mag ik fan dij fan feugels de bóntlieuw? Ja? Heste dan ok ut rotje? In hestou miskien de kôb? KWARTET!"


Het Amelander Kwartet is voor € 2,50 te koop bij Ameland Pers Uitgeverij op Westerlaan 8 in Hollum. Het bestaat uit een bouwplaat voor het doosje en prachtig vormgegeven kwartet kaarten.

Bel maar even of kom langs: telefoon 06 23 218 213.

donderdag 6 mei 2010

Column - Aandoenlijk en een beetje dom

In de nacht na Koninginnedag word ik luid gestoord in mijn slaap. Hoe laat zal het zijn: één, twee, drie uur? Een jonge knaap staat op het parkeerterrein bij de supermarkt en telefoneert met zijn moeder. Luid, alsof hij op een verlaten strandvlakte staat en tegen de wind in moet schreeuwen. De knaap is in nood. “Mam, ik moest zo nodig naar de wc en nu heb ik in mijn broek geplast!”

Wat een heerlijke relatie moet deze knakker met zijn mam hebben dat hij haar dit midden in de nacht toevertrouwt.
Of de moeder hem met een schone broek onder de arm ophaalt word ik niet gewaar. Windvlagen verstoren een compleet beluisteren van het gesprek, dat voor een groot deel tot in de wijde omgeving te horen moet zijn.

Hoe krijgt een jongen het voor elkaar om in zijn broek te plassen? Waarom is hij in zijn nood niet op zoek gegaan naar een beschut plekje om zijn blaas te legen? Niet om wildplassen te propageren, maar nood breekt wet. De jongen, hij klinkt jong en absoluut niet beschonken, heeft zich er niet aan bezondigd. Het getuigt van respect voor de regels en tegelijkertijd een uit het oog verloren prioriteit. In zijn hoge nood vergeet hij ook nog eens dat hij met zijn luidkeelse hulpbel aan zijn moeder burengerucht veroorzaakt en zichzelf te kijk zet. Zo hoog is zijn nood, dat hij daar niet aan denkt.

“Mam, ik heb ik mijn broek geplast!” Je vraagt je af welk gezicht bij die noodkreet hoort, maar voor hem is het beter om anoniem te blijven. Een grap aan de bar, zijn leven lang herhaald, zou zijn lot zijn. Hij stoorde me in mijn slaap, maar dat heb ik hem vergeven. Het klonk zo gemeend geschokt en aandoenlijk. Aandoenlijk en een beetje dom.

Jeanet F. de Jong

woensdag 5 mei 2010

Jongensjaren

Jongensjaren
'Mijn tante zong. 'Op mooi Ameland moet je wezen, op mooi Ameland moet je zijn. Kun je helemaal genezen van je ziekte en je pijn...' En meer tekst herinner ik me niet. Wel de stem van mijn tante. Die was vals, galmend, maar onmiskenbaar uitgelaten. We waren op vakantie. Ik was een jaar of twaalf, en droeg nog korte broeken. Met tegenzin, maar toch.' Een fragment uit het 321 pagina's dikke boek van Martin Bril.
Wat hij over Ameland schrijft klopt niet helemaal. Bril herinnert zich paal 18 bij de vuurtoren, maar de ras patat en jukebox maken veel goed. En het verhaal over oom en tante, bij wie Bril als jonge knaap in de voortent sliep. Hij hoorde alle nachtelijke volwassen geluiden en wist niet goed wat hij ermee aan moest.

We hebben een exemplaar te koop. Als nieuw - Klik hier.

  • Jongensjaren
  • Martin Bril
  • Uitgeverij Prometeus
  • ISBN 9789044617658
  • 2010