maandag 13 februari 2006

De Vondeling van Ameland

Op het strand van Ameland was hij als zuigeling aangespoeld

Overboord gegooid, op een reddingsboei gebonden

Hij had zich op de golven als in de baarmoeder gevoeld

En schreeuwde tot hij door een jutter werd gevonden

 

Ameland sprak schande van de jutter

Een zonderling die leefde van de wind

Die al de raarste dingen had gevonden

Hoe kwam die jutter nu weer aan dat kind

 

Als hij er daags op uitging om te jutten

Moest de vondeling altijd met hem mee

En toen die na een jaar begon te praten

Was zijn eerste woordje: zee

 

Op het strand van Ameland speelde de kleuter jarenlang

De jutter was zijn meester die hem wijze lessen leerde

Hij stond wijdbeens in het zand, was voor de woeste zee niet bang

En schreeuwde net zo lang tot de vloed zich keerde

 

Ameland sprak schande van de kleuter

De vondeling die schreeuwde als de wind

Hoe was het in vredesnaam toch mogelijk

Dat de zee zich terugtrok voor een kind

 

Wat hij riep zou niemand kunnen zeggen

Dat was uit de verte moeilijk te verstaan

En toen ze het de jutter vroegen zei die:

Volgens mij roept hij: ik kom eraan

 

Ik kom eraan, ik kom eraan

Zee, wind, zon, oceaan

Ik kom eraan

 

Op het strand van Ameland stond hij als knaap in de avondzon

Hij zei geen woord, begon zich langzaam uit te kleden

De vloed kwam hem tegemoet, hij zag alleen de horizon

Nog eenmaal draaide hij zich om, liep toen de zee in

 

Ameland sprak schande van de jongen

Die naakte zonderlinge vondeling

Men had zich boven op het duin verzameld

Omdat men voelde dat er iets gebeuren ging

 

En toen begon hij plotseling te schreeuwen

Zo hard dat het tot aan de duinen klonk

Nog even zag men hem op het water lopen

Voor hij in de diepte zakte en verdronk

 

Ik kom eraan, ik kom eraan

Zee, wind, zon, oceaan

Ik kom eraan


Klik hier voor video van Boudewijn de Groot die De Vondeling van Ameland zingt

Geen opmerkingen:

Een reactie posten