woensdag 14 december 2016

Column - Peignoir

Naar het ziekenhuis. De rit ernaartoe ging met de reddingboot vanuit de Ballumerbocht op Ameland naar Holwerd. Binnen het uur lag ik van de onderzoekstafel bij de huisarts op de spoedeisende hulp van het MCL. Met een alvleesklierontsteking. Drie weken lang was afdeling K kamer 12 mijn thuis.

Veertig jaar geleden liep ik door de binnenstad van Leeuwarden - V&D stond er nog in volle glorie - op zoek naar een duster. Mijn tante, tante Griet, kortweg Tante genoemd, was plotseling in het ziekenhuis beland, in het Bonifatius, en ze wilde voor de stapjes buiten het bed een duster. Een peignoir, zoals zij het noemde. Ik bezocht haar regelmatig en een van die eerste keren nam ik een witte met lichtblauwe en mintgroene brede strepen badjas voor haar mee. Tante had net vakantie gehad toen ze werd overvallen door een niet weg te rusten vermoeidheid. Ze had haar hele leven hard gewerkt en was zelden ziek, maar op haar zestigste sloeg de ouderdomssuiker toe. Ze werd diabetespatiënt met een mooie peignoir. Drieëntwintig jaar geleden overleed ze, vlak voor haar verjaardag, Dierendag. Ze zou dit jaar honderd zijn geworden. De duster nam ik mee als deel van de erfenis.

Half oktober raakte ik plotseling in het ziekenhuis. Een galsteenaanval die uitliep op een alvleesklierontsteking, met pijnen die barensweeën overtreffen. De peignoir van Tante hing thuis, op Ameland en mijn vriendin nam hem voor me mee. Veertig jaar oud, maar nog lang niet afgedragen. Ook ik was net als Tante nooit ziek en heb de peignoir dus weinig gedragen. Nu kwam hij van pas voor mijn stapjes tussen bed en toilet en ik droeg hem drie weken lang met die ouwe taaie tante van me in herinnering. Inmiddels hangt hij weer op Ameland, op z’n haakje. En nu maar hopen dat hij daar nog jaren kan blijven hangen.

Jeanet de Jong 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten