zaterdag 30 maart 2019

Column - Cadeautje

De Engelsmanduun, het rietplak, het strand, het Suudwest, het zijn allemaal plekken waar ik regelmatig loop. Elke dag probeer ik een wandeling te maken, de ene keer wat langer dan de andere. Gisteren werd het een lange loop; de Engelsmanduun op en via het Herderpad naar het strand. Daarna volgde rondje vloedlijn, schelpen zoeken en af en toe wat plastic rapen. Dat hoort er tegenwoordig een beetje bij, nou? Via opgang paal 3 ging ik weer richting binnenduinen, over het pad langs het rietplak. Daar, het is niet fijn om over te schrijven, maar het lag er nu eenmaal te glinsteren dus laat ik het maar even noemen, passeerde ik een enorme flats. Een niet te missen hoop. Iemand moest kennelijk erg snel uit de broek en had geen beschut plekje meer kunnen vinden. Er lagen wel vier papieren zakdoekjes bij die als billendoekje hadden gediend. Hier had een poeperd gezeten die hecht aan hygiëne. Maar genoeg hierover, zand erover! Het was tot zover een mooie wandeling en ik wist nog niet hoe mooi die zou eindigen.


Op ongeveer twintig meter van die hoop zag ik twee jonge mensen turen en heel voorzichtig bewegen. En toen zag ik ze ook, twee reeën die naar de top van een duin liepen. Ze namen hier en daar een hapje, snuffelden wat en stonden zo nu en dan stil met de oren recht omhoog, om even ergens naar te luisteren. Slechts het ruisen van de zee en het piepen van wat rietvogeltjes klonk. Wij, die twee badgasten en ik, waren zo stil als een muisje. De dieren namen de tijd, verdwenen achter het duin om er een paar tellen later weer bovenuit te komen. De ene was een donkere en de andere een wat lichtere. Een stelletje, schat ik, dat heerlijk door de lente dartelde en straks de zorg draagt voor een kleintje. Maar nu nog niet. Nu genoten ze samen van het zonnetje en de lekkere hapjes op het duin.

De jongelui liepen door en even later kwam er een wat ouder stel aan. Ze hadden het naar hun zin en keuvelden maar raak, tot ze mij in het vizier kregen. Ik had mijn vinger tegen de lippen en wees naar het duin. Ze zagen het meteen en bleven ook staan kijken. Toen ik ze iets later passeerde, fluisterde hij: “Mooi hè?” En de vrouw zei zachtjes tegen me: “Dat was een cadeautje.” En dat was, het cadeautje van de dag.

Jeanet de Jong

Geen opmerkingen:

Een reactie posten