zaterdag 1 april 2023

Column - Ode aan de dotter

Ode aan de dotter

Wat zijn ze mooi, de dotters! Het is het mooiste geel met de onstuimigste levenskracht en die wonderen zijn zomaar aan de slootkant te bewonderen. De dotter is een sieraad in het voorjaarslandschap, met buitelende kieviten in het land omlijst door dottergeel. Dàt is Ameland in maart en ook op 1 april. 

De laatste jaren is er iets raars aan de hand op het eiland. In plaats van het eigen perkje vol te planten met bloembollen of gemeentelijke tuinen te versieren met voorjaarsbloeiers, worden slootkanten open gegraven om er bollen van exoten in te zetten. Door hun nadrukkelijke aanwezigheid zijn ze in de lentemaand niet te missen. Het is een jaarlijks terugkerende narigheid: de narcissen aan de slootkanten van Ameland, niet zelden met een stevige discussie op social media tot gevolg. De odes aan de gele klok vliegen ons om de oren, terwijl de dotter veel meer een lofzang verdient.

En wel hierom, om maar eens met Van Kooten en De Bie te beginnen. We kennen allemaal het verhaal van boer Jan Bakker die 40 jaar geleden narcissen langs de Ridderweg plantte. De bollen overleefden hem en bloeien elk jaar ter ere van hem uitbundiger dan het jaar daarvoor. Bij Nes heb je een soortgelijk fenomeen, het Kobuspad, waar elk voorjaar de bollen tot bloei komen en het pad wijzen dat Kobus met zijn hondje liep. Twee monumenten die je bij het hart grijpen. In de laatste jaren zijn daar duizenden bollen bijgekomen, geplant door eilanders en mensen die zich eilandliefhebber noemen. In de duinen en bossen zie je her en der een plukje narcissen als aanduiding van een graf van een geliefd huisdier. Aan die bollen heb ik echt de pest. De hondenlijken horen daar niet en die bolgewassen passen er niet. Ook de gele klokken langs de sloten in het buitengebied kunnen mij verre van bekoren. Behalve dus die aan Kobuspad en van Jan Bakker. 
Al die andere bollen zijn schadelijke dissonanten, het zijn bloemen die niets goeds betekenen voor insecten en die ruimte innemen van het speenkruid en de dotters. Voor de slootkant zijn het exoten.

De dotter - Foto Jeanet de Jong
Eerst komt het speenkruid en dan neemt de dotter de rol over met zijn weelderige bloei ­en het allermooiste geel. De dotterbloem dankt zijn naam aan de dooiergele kleur. De mooiste slootranden zijn die vol dooiergele dotterbloemen. Dát luidt het voorjaar in. De narcissen daarentegen, doen denken aan parken en aan de Keukenhof, een aangeplante tuin ter promotie van de bloementeelt, een branche die groot is geworden door het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen dat eufemistisch gewasbeschermingsmiddel wordt genoemd, maar niets anders is dan gif. Die narcissen in het buitengebied verEftelingen het eiland, stellen dat wat niet echt is boven de schoonheid van het echte. Het zou verboden moeten worden.

Twee jaar geleden stond Torenshoogte in de tulpen. Ik weet niet of die nog steeds of alweer opkomen, ben de laatste weken niet op Torenshoogte geweest, maar daar zouden al die vrijwillige bollenplanters hun bollen prima kwijt kunnen. Dáár past het. Daar of in de tuin rond het gemeentehuis of bij De Stelp. In elk dorp is wel een perkje te vinden waar de narcissen niet zouden misstaan. Aan de slootkanten kunnen ze eigenlijk geen goed doen (behalve natuurlijk die van Jan Bakker en Kobus), zijn het vlaggen op modderschuiten, die de prachtigste dotterbloemen verdrijven. Want zo doen exoten dat. 

Een ode aan de dotter, dus. En aan de narcissen van Kobus en Jan.

Jeanet de Jong
jeanet.de.jong@knid.nl

Bekijk hier het filmpje van de Tulpen op Torenshoogte


Tik Column in bij 'Zoeken in dit blog' of klik op Label 'column' onder dit bericht om meer columns te lezen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten