Op de voorkant staan fotootjes met medewerkers van het installatiebedrijf in actie.
- Ameland kalender 2012
- Faber-Wijnberg Installatietechniek BV
- December 2011
Ameland uitgaven verzameld in één blog. Mis je een? Laat het weten, dan nemen we hem op. Met enige regelmaat plaatsen we een 'moaiste woa'd fan ut Amelands' en een column. Ga voor de oudere uitgaven naar 1971 in het archief en ga dan naar 'Oudere posts'. De oudste post is over uitgave uit 1441. Het Blog wordt aangevuld met wat er maar aan bijzonders over het eiland te vertellen is, over verhalenavonden van Ameland Vertel! en over trekharmonica avonturen. Opgetekend door Jeanet de Jong.
Op de voorkant staan fotootjes met medewerkers van het installatiebedrijf in actie.
Monitoring effecten bodemdaling op Ameland-Oost |
Remy Meijers is interieurdesigner. Meijers is toegewijd aan functionele ontwerpen die de kwaliteit van leven ondersteunen en verbeteren, waardoor zijn ontwerpen evenwichtig, bijna sober en transparant zijn. Hij gebruikt tactiele materialen als hout, staal, glas, steen en terrazzo. De ontwerper gaat uit van het oorspronkelijke karakter van het gebouw, waarbij authentieke elementen in een eigentijds interieur worden ingepast. In Shades of Grey van Remy Meijers staat een overzicht van zijn mooiste projecten, waaronder een Rietveldbungalow, een monumentaal grachtenpand, een landgoed aan de Vecht, een vakantiehuis op Ameland en twee showrooms voor modewinkels.Shades of Grey
Ook tweedehands te vinden (november 2022).
SAINT MARCEL D’ARDÈCHE – De laptop gaat mee naar Frankrijk. Tijdens de vakantie is er twee keer een raadscommissievergadering en één keer een raad. Die willen wij wel volgen, immers vlak voor het reces gooide raadslid Touwen-Belt gefrustreerd de handdoek in de ring. Dat moest een staartje krijgen, dachten we.
Langs de snelweg scoor ik diverse gelegenheden waar Wifi wordt aangeboden. We selecteren erop. Geen Wifi: dan moeten jullie het zelf maar weten, dan rijden wij door. Voor bedrijven op Ameland is het aanbieden van Wifi een manier om je positief te onderscheiden. Een paar jaar geleden had een kabelbedrijf uit het noordoosten van de provincie nog een prachtig plan om van Ameland één grote hot spot te maken met overal op het eiland gratis toegang tot Internet. Daarmee was Ameland dan alle eilanden een grote stap voor geweest en had het een goede beurt kunnen maken bij alle bezoekers die ondanks de vakantie hun mail willen lezen en af en toe willen surfen op het net. Het plan is onderin de la beland. Afgelopen weken ondervond ik hoe heerlijk het is om te kunnen Internetten. Het hoeft niet altijd gratis, al hebben de bedrijven die het gratis aanbieden een dikke streep voor. Het hotel met de dikke rekening (ja, in Parijs) rekende 7 euro voor een uurtje website bijwerken. Het restaurant in Saint Marcel d’Ardèche rekende helemaal niets. Daar gingen we dus keer op keer eten.
Niet dat we de raadsvergaderingen konden volgen. Op de een of andere manier kwam de verbinding tussen LOA en Ardèche niet goed tot stand. Dan hoorde je weer een paar minuten wat en dan was het geluid weer weg. Een andere keer was er muziek te beluisteren ten tijde van de raadsvergadering. Drie keer deden we een poging en het wilde maar niet lukken. Of Bert Cordes zijn twee vingers tegen elkaar heeft gehouden tijdens zijn eed tot het raadslidmaatschap en niet als een hippie het V-teken ophield, zijn we via de laptop niet gewaar geworden.
Intussen zijn we alweer weken thuis en van Cordes heb ik begrepen dat het goed gegaan is, met die vingers en op Twitter lees ik dat het kabelbedrijf het hot spot plan weer uit de la heeft gehaald. Wat komen we toch weer veel goed nieuws tegen.
Jeanet F. de Jong
Amelandje, Amelandje heeft het allermooiste strand van ons hele Nederland. Amelandje, Amelandje heeft het allermooiste strand van ons hele Nederland.
Een Amelandlied van Kobus Former. Deel van het refrein.SAINT MARCEL D’ARDÈCHE – Persbureau Ameland is op vakantie. De bestemming is Frankrijk en Ameland reist mee naar de Ardèche. “Au Revoir” van Martin Bril zit in de rolkoffer.
De gastvrouw is vriendelijk – tomaten uit eigen moestuin liggen in een mandje op tafel – de accommodatie is royaal, het weer fait très très beau, het hondje is lief en de kippen kakelen huiselijk.
Naast het vakantiehuis ligt een perceel met wijnstokken, klaar voor de pluk. Het is september en de vendange is begonnen. Tijdens een van onze uitstappen in de regio hadden we de kleurige ruggen van de druivenplukkers al tussen de stokken op de zonzijde van de Rhône oever zien schuifelen. In de eerste week van september is het ook op het perceel naast ons huis raak. In alle vroegte komt een jonge boer – wit shirt, donker haar, bril - zijn druiven oogsten. Niet met zijn vrouw, een horde kinderen en neven en nichten, maar alleen; met een machine. Met het gemak van een Klaas-André op de grootste trekker van Ameland, manoeuvreert deze wijnboer met één hand losjes aan het stuur de New Holland SB56 over de regels. Tussen de bedrijven door kijkt hij wie er op het terras van het vakantiehuis zit met een boek op schoot en steekt zijn hand op: “Bonjour!” “Bonjour.” Het blauwe gevaarte is een combinatie van een trekker, druivenplukker, transportband en laadbakje. De oogstmachine mag 25 km per uur en dat is de snelheid waarmee de boer, met zichtbaar plezier in zijn werk, over het land rijdt. In een ommezien is de klus geklaard. Als een reuze stofzuiger Henry glijdt de blauwe machine over het groen waar de donkerpaarse trossen onder hangen. Hij stript de struikjes, die daarna schudden als een kip die net onder de haan vandaan komt. De trossen zijn weg. Zij vinden via een transportbandje hun weg in een bak. De stokken komen onbeschadigd en met nog al hun bladeren onder de machine vandaan. Het is een wonder van techniek.
’s Avonds, Bril op schoot, drinken vriendin C en ik op datzelfde terras een glaasje Côte du Rhône. Het heeft een goede afdronk.
Jeanet F. de Jong
SAINT MARCEL D’ARDÈCHE – Tussen het huis van de eigenaren en ons vakantieverblijf staat een kippenschuur. Een dozijn kippen in allerlei kleuren en maten en twee hanen, een witte en een zwarte, bevolken de ren. Bij onze aankomst maakt madame ons met woord en gebaar duidelijk dat we etensresten naar de kippen kunnen brengen. Dat doen we. Na elke maaltijd lopen we het stukje naar de ren, schuiven voorzichtig de grendel van de deur en roepen kssst; er mag natuurlijk geen kip ontsnappen: één keer moeten we op kippenjacht. Sla en pasta vinden gretig aftrek, maar de verwende rakkers malen niet om stukken taai stokbrood.
Het doet me denken aan die keer – ik zal een jaar of zes zijn geweest – dat ik mijn niet leeggegeten bordje zuurkool naar de ‘hinnen’ mocht brengen. Aan onze etenstafel was het schering en inslag om elkaar in het ootje te nemen. “Kiek deer nou us!” riep dan een grapjasserige oudere broer of zus. Je keek … en weg was je worst. Die ene keer was ik voorbereid: ik verstopte mijn worst onder de aardappelen met zuurkool. Een grote eter was ik niet, toen ik klein was. “Ik hoef niet meer,” kwam dan ook al snel. Meestal was Pappe streng en moest ik nog een paar vorkjes prikken, maar deze keer vonden hij en Moeke kennelijk dat ik genoeg gegeten had. Ik mocht de rest aan de kippen voeren. Met mijn halfvolle bordje liep ik door het steegje, over het hazenloopje naar het roodstenen kippenhok, dat altijd vol spinnenwebben zat als je eitjes moest rapen. Die keer hoefde ik het hok niet in. Ik keerde het bordje boven het gaas van de ren om. Diepe spijt voelde ik, toen ik mijn eten in de snaveltjes zag verdwijnen. Onder dat bultje zuurkool had nog een stukje worst gelegen. De kippen vlogen er op af. “Lekker, lekker, zuurkool met worst!” meende ik ze horen kakelen. Dat stukje worst had ik best nog wel gelust.
Jeanet F. de Jong
SAINT MARCEL D’ARDÈCHE – Op zoek naar Wifi – Persbureau Ameland is op vakantie in Frankrijk, maar wil toch af en toe de website bijwerken – stuiten we in het dorp Saint Marcel D’Ardèche (net zoveel inwoners als Ameland) op een hotel-restaurant met ‘Wifi gratuit.’ Gratis Wifi aan een tafeltje op het terras in de zon. Het kan niet beter.
Bij Le Jardin hoort een schattig baby’tje van amper drie maanden oud. Papa (later blijkt dat hij de opa van de kleine is) zit liefdevol met het kindje op schoot aan een tafeltje naast ons. Het is de personeelstafel die op een privéstrandje lijkt te staan. De poten staan in het zand, waar ook drie grote honden liggen. Aan tafel zitten zijn dochter - zij is de moeder van de baby - haar broer en een jongeman die onmiskenbaar de vader van het kind is. Uit de bek gesneden. Opa serveert (zijn kleinkind heeft hij bij zijn dochter op schoot gezet) in zwembroek. Het is warm.
Vanwege de Wifi nemen we de zwembroek voor lief, eten we er vier keer en drinken we er een aantal keren een glaasje. Niet alleen vanwege de Wifi: het eten is er goed en de mensen zijn vriendelijk.
Drie keer smul ik er van de ‘truite,’ waarbij ik mezelf voorhoud dat het forel uit de Ardèche betreft. Voor hetzelfde geld is het vis uit een kwekerij in de Dordogne, maar dat doet niks af aan de geweldige maaltijd. Vriendin C en dochter C houden het op lapjes varken, zeker als ze de eerste keer de gebakken vis op mijn bord zien liggen met een uit zijn kas geplopt wit oogje.
De laatste keer dat we er eten laat ik me door de ober, oom van het kleintje, overhalen de ‘plat du jour’ te nemen. Het is ‘ton’ en ik sla in mijn inwendige Franse woordenboek de verkeerde bladzij op. Ik denk tong te krijgen, maar het blijkt tonijn te zijn; een onbestemde grijzige plak, met smaak van vlees noch vis. Had deze tonijn maar laten zwemmen in de Middellandse Zee. Als ik weer in de Ardèche kom neem ik truite en niks anders dan truite. Met of zonder gepoft oogje. Gewoon lekker.
Jeanet F. de Jong
SCHIN OP GEUL – We willen toch even weten wat een kamer doet, in De Herbergier van Schin op Geul. Hij is al geboekt, maar we vragen het om te bepalen of we de dikke of de dunne beurs moeten trekken. Dertig euro p.p. inclusief ontbijt. We kijken elkaar aan, vriendin C en ik. Daar heb je dus in Parijs, in de tent tegenover Gare du Nord, nog net een wit biertje en een schaaltje pinda’s voor. Het etablissement waar we wat op het terrasje dronken zonder op de prijs te letten – dat moet je in Parijs ook niet doen, want dan kom je nergens – wordt gefrequenteerd door een divers publiek. Eigen volk en toeristen, beide met dikke portemonnee. Achter ons hangt een briefje. Na drie uur in de middag mag je hier geen kleintje koffie meer bestellen. De waarde van de stoel is dan niet minder dan een ‘grand café.’ We besluiten het bij het ene biertje te laten.
De middag voor ons vertrek naar het zuiden bezoeken we in Hollum de verjaardag van J. Als de olijven, gevulde eieren en borrelnoten op tafel komen, doet M haar verhaal, waarna niemand meer een nootje durft te grabbelen. Wat zij las in een artikel doet haar tafelgenoten gruwen. Veertien soorten pis zitten er op de nootjes die je aan de bar gepresenteerd worden in kleine schaaltjes. Barzitters schijnen hun handen na een toiletbezoek niet goed, of helemaal niet, te wassen en besmetten daarna de nootjes op de bar. Hilarische suggesties hoe de pinda’s aan veertien soorten urine komen vliegen over tafel.
We kijken de pinda’s van Paris met een schuin oog aan. Ze blijken om en nabij hun gewicht in goud waard, als we de ‘addition’ bekijken. We laten het schaaltje onaangeroerd achter.
Jeanet F. de Jong
Lepelaarkolonie op 't Oerd |
Het boek |
Schaakspel van Esther Nagtegael |
Ieder zijn vak. Ik ben geen filmrecensent, zodat ik me niet waag aan een volgens de kunsten van het recensentenvak verantwoorde beoordeling van de film Penny’s Shadow. Bovendien ben ik al lang niet meer objectief. In augustus en september van 2010 hebben we zo genoten van de opnames en alle drukte daaromheen en heb ik zoveel Amelanders gezien die vol enthousiasme meededen als figurant en daar uren wachten voor over hadden, dat ik niet anders dan met enige weemoed naar de film uitkeek. Weemoed vanwege al de reuring tijdens de opnames, de opnamelol en het acteerplezier, dat na een aantal maanden plaats moet maken voor het ‘gewone leven.’ De schrik om de recensie van Arman Avsaroglu was dan ook hevig. Hij vindt dat de film slecht in elkaar zit en dat het acteerwerk van een bedroevend laag niveau is. Het scenario stapelt cliché op cliché, zegt Arman. De doelgroep zal genieten, denkt de recensent, maar voor de iets oudere kijker noemt hij Penny’s Shadow een “lijdensweg.” Ik heb ook wel wat dingetjes gezien, waarvan ik denk: Klopt niet helemaal, maar een lijdensweg die naar de sfeer net zo goed in de jaren vijftig had kunnen spelen? Nee, zo heb ik de film niet beleefd. Alsof er trouwens iets mis is met een film die in de jaren vijftig speelt. Het echte leven dringt zich wreed genoeg aan ons op. Is het niet heerlijk om de gordijntjes dicht te trekken, het draadjesvlees op het oliestelletje te laten sudderen en de geraniums nog iets dichter tegen elkaar te schuiven om je in het jaren vijftig interieur te wentelen in een filmwerkelijkheid? Ik teken er voor. Af en toe.
Avsaroglu had misschien een zwaar weekend achter de rug toen hij de film recenseerde. Het staat echter als een paal boven water dat zijn kritiek ons plezier in deze film niet vergalt. De film is leuk en de beelden zijn prachtig. Een lijdensweg is het allerminst. Ameland heeft nog jarenlang plezier van dit project: een film uit de jaren tien. En Theo… die verdient een Oscarretje!
Jeanet F. de JongVom Land und Meer |
Gré op het strand van Ameland |
Labyrint op het strand van Ameland |
Koninginnedag feestwagen met Gré haar vader, moeder, ooms en tantes |
Editie 2011 |
“Wat ons betreft zijn ze allemaal kidsproof!” beveelt Mo’media de tips aan. Jammer van die naam, want van ‘kids’ krijg ik kriebels. Van kinderen daarentegen in het geheel niet.
Het boeken is tweedehands nog wel te scoren (april 2022).
Editie 2012 |
Spaans meisje op Ameland |
“De trots op mijn Amelander afkomst is teniet gedaan. Ik ga mij verstoppen in de woestijn bij paal 5.000.” Dat schreef een Amelander naar aanleiding van de verkiezingsuitslag van 2 maart 2011 (de naam van de schrijver is bij mij bekend). De schrijver schaamde zich om het hoge aantal kiezers op de PVV.
Het stof van de Provinciale Statenverkiezingen is neergedwarreld. Slechts hier en daar waaide het op. Zo werd het Amelander Volkslied na de uitslag van 2 maart herschreven. Een LC-redacteur maakte in de rubriek ‘Sterretje’ van het volkslied een minder aardige variant. Antje van Seventer uit Ballum vond het een verkrachting en schreef er een ingezonden brief op poten over. De eerste regels van het herscherven volkslied luiden:
‘Opgeweld uit wier en zand
Gans bevolkt door halve garen
Die als domme schapen staren
Naar de globale moslimbrand’
Meer dan 12% van de Amelanders - met z’n allen staan we achter het imago van gezond, sportief, gastvrij - loopt achter de PVV aan. De Ameland-voorman vond zichzelf na een mailbericht via de website en een intake gesprek van een uur in Den Haag, als dertiende op de lijst voor de Provinciale Staten verkiezingen terug. De lijsten moesten lang, want de nieuwbakken kandidaten moesten honderden euro’s schokken voor het campagnefonds. Hoe meer kandidaten, hoe groter de campagnepot en daarom nam de PVV genoegen met kandidaten zonder een greintje politieke ervaring.
Antje kan zich niet voorstellen dat de Amelander PVV-kiezers de Islam tot vijand verklaren en antihoofddoek zijn. Zij vergeet dat de Amelander kiezers op de partij met de meeuw niet alleen kiezen voor populistische kreten als: ‘de boot moet op tijd varen!’ en ‘zwemonderwijs terug!,’ maar ook voor de landelijke onderwerpen. De partij van de meeuw is slim genoeg geweest om de kopvodden niet in de Friese campagne te betrekken. De doekjes zijn in deze provincie en op ons eiland geen onderwerp en je verkoopt geen netten in een gebied waar niet gevist kan worden. Met hetzelfde gemak weigert de Amelander PVV-voorman te reageren op de stelling: ‘De PVV wordt afgeschilderd als een racistische partij’, zoals in het interview met de kop ‘Heb respect voor elkaar’ in het Nieuwsblad Noordoost Friesland stond te lezen.
Ameland komt er in ‘De Vondeling van Ameland’ – overigens een prachtig lied - niet zo mooi van af en Asing Walthaus wrijft met zijn Volkslied-sterretje nog eens extra zout in de wond. Die wond kunnen we gaan likken. Laten we hopen dat de trotse Amelander van de eerste regel zich niet verstopt heeft in het zand, maar dat hij bij een volgende verkiezing van zich laat horen.
Jeanet F. de Jong
Boeren op Ameland |
Het boek staat vol met mooie foto's van de afgelopen jaren Ambachtelijke Dag in Ballum.
Het boek is alleen nog tweedehands te koop.
Pôllepraat 63 |
Voorzitter van De Ouwe Pôlle, Albert de Hoop, schrijft in zijn voorwoord over de inzet van vrijwilligers en over Oene Straatsma, die na 14 jaar noeste arbeid een boek over de boerenstand op Ameland heeft gepubliceerd. Het is het boek Een en al boerderij op Ameland.
In deze Pôllepraat staat een verlag van de lezing van Mathilde Jansen over het Amelander dialect. Tevens staan er brieven in die Ietje van der Meij stuurde naar Jan Visser, vol wetenswaardigheden van Ameland in het jaar 1914. Michiel Zonnevylle schrijft over Hein de Bruin een Pieter Jan Borsch over het Jelle Hansenpad. Het artikel over De dam van Berkhout beslaat vele pagina's. Over die Berkhout en die dam schreef Corine Nijenhuis de historische roman Waddenwolf. Ids Polet schrijft over de oorlogsjaren en Michiel Zonnevylle over Schilders in het Westland. Kortom, weer een uiterst interessante Pôllepraat. Er staat een foutje in: de nieuwe website van Jan Bleeker, die in december 2010 Website van de Maand was, kreeg die titel niet van de VVV maar van Persbureau Ameland, die sinds januari 2010 elke maand een website op of over Ameland uitkiest als WvdM. Bekijk ze hier.
De tweestrijd van een walvisvaarder |
Noor en Sven en hun klasgenoten zijn DINKies: Dieren-In-Nood-Kids. Zodra een dier in nood is, komen ze in actie. Als de klas op schoolreis gaat naar Ameland, kan Sven niet mee. Noor mist hem erg, tot ze iets vreemds ziet op het strand. Ligt daar een gewonde dolfijn? Die moeten ze natuurlijk redden! Maar hoe? Heb je het eerste boek over de DINKies al gelezen? Het heet: Herten in nood. Trefwoorden: dieren, redden, dolfijn Leeftijd: 7+ AVI: E4.