|
Ron Jans op een sportdag op Ameland |
Het moet er maar weer eens van komen. Ameland heeft het een hele tijd zonder column moeten stellen en dat kan eigenlijk niet. Waar moet je over kletsen als er niet een column is om over te bomen? We gaan er wat aan doen.
FC Groningen is een dankbaar onderwerp.
De club moet zo langzamerhand wanhopig zijn.
Eerst moeten ze Suárez missen die intussen bij Ajax de sterren van de hemel speelt, toen vertelde Ameland dat het niet meer wilde sponsoren, daarna werd er bijna geen wedstrijd meer gewonnen en als klap op de vuurpijl zegt Ron Jans dat hij er mee stopt. De sympathieke trainer van de FC, die nog met Amelander Ignatia in de klas heeft gezeten, houdt het na dit seizoen voor gezien. Tegelijk met Ameland neemt hij afscheid.
Vanaf volgend seizoen rollen er geen tonnen meer naar de voetbalclub van de Euroborg. Voor Ameland is die iets minder dan twee ton per jaar een aderlating waarvan slechts in marketing termen voor te spiegelen is hoeveel baat het eiland er bij heeft. Zoveel seconden televisie met Ameland in beeld heeft een reclamewaarde van zoveel euro, zeggen de marktmeesters. Daar heb ik zo mijn twijfels bij. Die ene keer dat Ameland echt breed en duidelijk in beeld was, zag je de iets gebogen rug van een uit het veld gestuurde speler. Na een grove overtreding kreeg hij rood. Met het hoofd tussen de schouders en een gekromde rug liep hij het veld uit. Het paarse shirtje zat prachtig strak om zijn bovenlijf. Ameland was seconden lang in beeld en stond er gekleurd op. De weg naar de catacomben was lang.
Intussen is het eiland bij zinnen gekomen na het kwajongensavontuur vol euforie en dromen die wensen werden.
Laten we eerlijk zijn, het sponsorcontract had zijn leuke kanten. We zagen Ron Jans en Koen van de Laak en de andere jongens regelmatig op het eiland. Het heeft een paar centen gekost, maar die ontmoetingen nemen ze ons niet meer af.
Ameland kan uit de catacomben kruipen en haar pijlen op een ander doel gaan richten.
FC Groningen wensen we heel veel sterkte en Ron Jans alle geluk van de wereld.
Jeanet F. de Jong