Vuurwerk, wat is het toch prachtig, die in de lucht uit elkaar spattende en naar kruit ruikende bloemen van kleurig vuur. Sprookjesachtig en een markering van een tijd: oud en nieuw. Zo’n slordige 75 miljoen geven we er dit jaar voor uit. Nou ja we, aan mij verdient de vuurwerkhandel niet zoveel. Jarenlang waren het hooguit wat sterrenregens die in het winkelmandje belandden. Dit jaar zit ik voor grote uitgaven en draai ik elke euro drie keer om. De sterretjes komen er dus ook niet meer in en persoonlijk zal ik daar geen traan om laten. Ik ben er een van #geenvuurwerkvoormij. Nou ja, een vuurwerkshow om gezamenlijk van te genieten zie ik nog wel zitten. Er moet immers toch een overgang van een oud naar een nieuw jaar gevierd worden.
Vuurwerkliefhebbers verdedigen hun ‘traditie’ te vuur en te zwaard en dat is vreemd. Iedereen die terugdenkt aan zijn of haar jeugd, of dat nu drie of zestig jaar geleden is, weet dat die traditie heel erg veranderd is in de loop der tijd. Die verandering zit voornamelijk in de hoeveelheid die we de lucht in schieten. We geven veel en veel meer geld uit aan knal- en siervuurwerk dan een halve eeuw geleden. We hebben geld over en dat moet ergens heen. Dan maar de lucht in, lijkt het wel.
Wie niet onder een steen leeft of in een hardnekkige ontkenning zit weet van de klimaatverandering, weet dat er gif in vuurwerk zit, weet wat voor rotzooi er na afloop overblijft, in de berm in het gras spoelt, in de waterzuivering belandt. Iedereen is er inmiddels van doordrongen dat voor mensen met luchtwegproblemen de periode rond oud en nieuw een hel is. Huisdieren worden panisch van het geknal, hondjes zitten als sidderende natte dweilen in een hoekje en paarden slaan op hol. De eerste uit- en afgerukte ogen en handen van volwassen kerels haalden al het Journaal en de eerste kinderen met plofschade liggen inmiddels in het ziekenhuis. Nog geen jaar geleden liepen we met velen uren over het strand om de plastic rommel van MSC Zoe op te rapen en deze dagen wordt er met knetterballen eenzelfde hoeveelheid of meer aan plastic het milieu in geknetterd.
En dan dat van de traditie. Friesland lijkt een waanzinnige evenementenprovincie te worden waar gezonde mensen zich de vellen van de voeten zwemmen voor een goed doel. De Elfstedenroute wordt meer en meer een evenementenroute en, let op mijn woorden, het gaat met de Elfstedentocht net als met Sinterklaas: zodra de landelijke televisie er brood in ziet en het feest overneemt om er een jaarlijkse televisieshow van te maken, is het gebeurd met het kleinschalige, komen er protocollen en stijlvoorschriften, komt Omrop Fryslân vanwege sponsorafspraken niet meer in de buurt van de langeafstand zwemmer en is het feest uit handen gegeven of uit handen genomen. Het hele gedoe rondom Zwarte Piet laat zien waar dat toe leidt. Overigens heb ik het altijd van den zotte gevonden dat er geld opgehaald moet worden met een zwemtocht in met poepbacteriën vervuild water. Als toch eens een deel van het geld dat aan het knallende, giftige en vervuilende vuurwerk wordt uitgegeven, gedoneerd zou worden aan kankeronderzoek. Dan hoeft Maarten niet opgeblazen en wit uitgeslagen uit de Bonkevaart te klimmen en kan hij gezond en wel bij vrouw en kinderen blijven en blijft Nederland verstoken van heel wat kankerverwekkende kruitdampen. Met zijn ongezonde tocht haalde Maarten ‘maar’ 6,5 miljoen op, schamel vergeleken met de 75 miljoen voor een paar minuten plezier. Ziekmakend, schamel en eigenlijk ook wel een beetje schandalig.
Voor wie het vuurwerk al in huis heeft gehaald: voorzichtig met aansteken, denk om jezelf en de mensen en dieren om je heen.
Een goed uiteinde gewenst.
Jeanet de Jong