COUSTELLET - Enkele genoegens van uitheemse streken zijn de nieuwe geur van het land, de kruiden van de regio en gerechten op de kaart. Bijna altijd is het lekkerder dan thuis, behalve dan die onbestemde pastei van iets van een dier, waarbij we het eigen brein tijdelijk moesten uitschakelen om een acute oprisping van doorgekauwd orgaanvlees (of nog erger) te voorkomen. Meestal doet het de smaakpapillen tintelen van plezier.In Coustellet, het dorpje van het Lavendelmuseum, is het kwart voor twee wanneer wij, C en ik, met knorrende maagjes aankomen. Bij twee restaurantjes is de keuken gesloten: de lunchtijd is voorbij. Het derde tentje staat langs een doorgaande weg waarover vrachtwagens, hoog geladen met boomstammen, op een metertje van het terras denderen, slechts gescheiden door een muurtje en een glaspartij waar de naam van de zaak in gezandstraald staat: Le 82.
Een mooie Franse jongeman zingt: “Mais bien sûr,” op de vraag of we een hapje kunnen eten. Hij beveelt enkele gerechten met zichtbaar plezier in zijn werk aan.
C kiest de canard en ik ga voor de dos de cabaille.
Als amuse presenteert de Fransman een sushi van courgette om geitenkaas. De eend heeft een hoedje van hutspot zonder ui en het ruggetje van de kabeljauw is - met een toefje pesto - zoals een ruggetje van een kabeljauw moet zijn. Als dessert beveelt de ober ons het taartje met karamel aan, dat warm is en na de eerste steek op het bordje loopt. Het is de engel die een plasje op de tong doet. Het menu wordt afgemaakt met koffie.
Het eten doet ons glimmen van genoegen. En dat voor nog geen vier tientjes, je gelooft het bijna niet. Kom daar in Nederland eens om. Menig kok in eigen land krijgt dit niet zo smakelijk op tafel. Pretenties schotelen de restaurantbezoeker doorgaans borden met mooie namen en torenhoge prijzen voor.
Twee dagen later rijden we rond lunchtijd weer door Coustellet, langs Le 82. De deur is dicht, het licht is uit. Teleurgesteld rijden we door, tot we in Caumont La Table d’Andrea tegenkomen. Het lijkt een garage aan het voeteneind van een parkeerterrein, maar blijkt een goed verstopt neusje van de zalm. Teleurstelling slaat om in pure vreugde: laat die Andrea haar tafeltjes maar dekken.
Jeanet F. de Jong