Over winterfestivals |
Sonja de Ruiter heeft interessante dingen geschreven over festivals en dan vooral over Sunneklaas op Ameland. Begin 20ste eeuw speelden de omes tot 23:00 uur. Daarna gingen ze naar huis om zich te wassen om daarna naar het café te gaan om te dansen. Sonja las dat onder meer in Onder het Torenlicht van Thijs Visser.
De vermomming van de omes veranderde in de loop der eeuwen. Lang geleden, toen er niet zoveel geld en tijd was om aan een pak te besteden, verwerkten de mannen helm in hun pak en werden ze helmmannetjes. Wie het in de 19e eeuw kon betalen, kwam in een pak van jute of linnen opdraven. Zo was het in het begin van de 20e eeuw ook nog. Epke van der Geest wist te vertellen dat Sunneklaas al in de 17e eeuw werd gevierd. Hij had het van een stokoude Amelander, die het weer van stokoude mannen en vrouwen uit vorige generaties had. Zo kon Epke het herleiden tot een paar eeuwen terug. Vroeger gingen ook verreweg de meeste mannen als vrouwen verkleed op stap. Je zou het een vorm van travestie kunnen noemen (bekijk hier de aquarel die I. van Eysinga maakte in 1929).
Rond buffelhoorns hangt ook een mooi verhaal. Ze zouden in eerste instantie in 1820 zijn aangespoeld en vanzelfsprekend gejut. Later, eind jaren '50, heeft missionaris Theo de Jong (en niet Titus de Jong zoals abusievelijk in de scriptie staat vermeld), neef van Jan de Jong die kardinaal zou worden, een zending buffelhoorns uit Mombassa in West-Afrika laten verschepen naar Ameland. Hij had eerst burgemeester Huber geschreven of hij ze wel wilde hebben. "Honderd echte buffelhoorns heb ik door de negers laten verzamelen. Als u ze wilt hebben, hoeft u alleen de vracht te betalen." De burgemeester antwoordde met "Graag". En zo kwam de zending naar het eiland. Daar deed de tam tam zijn werk en Huber was binnen de kortste keren de honderd hoa'ns kwijt. Niet dat ze daarna altijd gebruikt zouden worden, want velen waren te bang om de hoa'n te beschadigen of kwijt te raken of werden er te herkenbaar mee. Die hoorns zouden dan weer in verband staan met de vruchtbaarheid. En zo staat deze dissertatie vol interessante informatie. Ze schrijft over de ontwikkeling van de hoed, van kroonhoed met papieren bloemen, naar steek (bekijk hier de afbeelding op het boekje 'Amelander omes'), doos vierkant en doos rond. Over lichtjes op de pakken spreekt ze nog niet. Dat was in 1980 nog niet ingeburgerd.
Ook interessant is het feit dat voor 1955 de baanvegers een masker droegen van vitragestof en dat de omes simpele maskers hadden van katoen met ooggaten erin. Simpel en doeltreffend, later aan de kant gezet door de aanschaf van rubber maskers. Sonja de Ruiter ziet in die ontwikkeling 'symptomen van verwording'.
Ze noemt het feest een ventielzede, een festival als uitlaatklep voor angsten en agressie, een geïnstitutionaliseerde vorm van normovertreding, om op gezette tijden spanningen op een sociaal aanvaarde wijze af te reageren. Ook de folkloristische tradities, de ventielzedes, van de andere eilanden worden in deze discretie beschreven, zij het niet zo uitgebreid als het midwinterfestival op Ameland. Sonja de Ruiter schreef een interessante scriptie.
Lees hier over Klozum, een mooi boekje over de wintermaskerade op Schiermonnikoog.
- De structuren en functies van festivals - De Sint Nicolaasviering in vergelijking met andere midwinterfestivals
- S.L. de Ruiter
- Doctoraalscriptie - eigen uitgave
- 1981?