zondag 11 april 2021

Column - Looky Lion

Zo af en toe maak ik een reisje naar Leeuwarden. Een niet noodzakelijke reis, moet ik er eerlijkheidshalve bij zeggen. In de stad heb ik een speelmaatje voor de trekharmonica opgeduikeld en nu spelen we om de twee weken samen, of met z’n drieën als er nog een Leeuwarder trekzakspeler aanschuift. Eigenlijk is het een wél noodzakelijke reis, want dit soort dingen werken het wegzakken in een diepe coronadip tegen.

Voorafgaand aan het spelen (in een geweldig huis in een voormalig ziekenhuis, het oudste deel van de stad – alleen dat al) bezocht ik de markt op het Zaailand. Het was er heerlijk niet zo druk. Voor de kraam van de Lijnzaadfabriek stond ik plots oog in oog met een wat haveloos uitziende man met een stapel witte papieren in zijn hand. Of dat ik ook een gedicht van hem wilde kopen. Dat wilde ik wel, maar we hebben tegenwoordig geen muntgeld meer in de portemonnee. “Ja, dat hoor ik wel vaker,” zei hij. Een grote man, wild haar, niet eens zo heel erg oud, een stel vriendelijke ogen in het hoofd en een manier van doen waardoor je je niet bedreigd voelt. “Je kunt ook een vijfje geven,” sprak hij bemoedigend. Voor dat geld kreeg ik er nog een brief bij met zijn kijk op de wereld, over zijn schizofrenie en iets over zijn heroïnegebruik. Je hebt ook gelijk ook, dacht ik. Een briefje van vijf had ik wel en dat gaf ik hem. Hij gaf me een gedicht, de brief en een hartelijk bedankje. Het geld ging hij delen met zijn maatjes, zei hij nog. In de brief legt hij uit dat hij nooit alleen gebruikt, wel elke dag. Een beetje wit (cocaïne) of bruin (heroïne) en altijd samsam met zijn maten. Een leerzame brief, ik heb geen ervaring met harddrugs. “Met wit kom ik uit de waas van bewustzijn, word ik zeer helder en kan ik keren, omdraaien in bewustzijn. De bruin geeft me het gevoel weer dat ik leef, dat ik kloten heb.” Samen zijn ze een onmisbaar bestanddeel van zijn dieet.

“Oh, die man ken ik!” zegt vriendin T tijdens een wandeling over strand. Zij had hem pre-corona ontmoet voor de HEMA, toen ze daar aan het loket een broodje wilde kopen. Of ze ook een broodje voor hem wilde kopen, had hij gevraagd. “Doet u dat alstublieft!” had de broodjesverkoopster aanbevolen. “Het is echt een aardige man!”
Een aardige man met een verslaving, eentje waar T en ik hem niet van af kunnen helpen. T had voor hem een belegd broodje betaald.

Hij besluit zijn brief met: “Tot zover mijn verhaal. ’t Is niet zo moeilijk om het mee te denken. Veel geluk beste vrienden wereldwijd!” Tot slot zijn naam. Looky Lion. Looky Lion uit Liwwadden.

Jeanet de Jong 

Geen opmerkingen: