Waar kan deze column anders over gaan dan over Expeditie Ameland, a storytelling adventure, het vertelweekend in Sier aan Zee met een Verhalenroute door Hollum. Het ging deze keer om meertalig vertellen en daar waren de docenten, de meestervertellers, op uitgekozen. Daniel Morden uit Wales, Heike Vigl uit Südtirol en Veva Gerard uit Vlaanderen vertelden in het Engels, Nederlands, Duits, Russisch en Vlaams. Vreemde klanken en bekende woorden, welluidende zinnen en verrassende kwinkslagen werden tot mooie verhalen geweven. De workshopdeelnemers keken de kunst af, namen de informatie tot zich en deden de oefeningen. “Ik stel me op als een spons”, zei een van hen. Hij slurpte alle informatie op, om er later, thuis, van na te genieten, er nog eens over door te denken en de bruikbare delen toe te passen in zijn eigen verhalen. Want dat waren de deelnemers: vertellers. Beginnend, gevorderd, geschoold, professioneel, semiprofessioneel of hobby-verteller. Allen pikten ze gretig uit de ruif van vertelkunst.
Ze hebben genoten van de vertelworkshops, konden we op de evaluatieformulieren lezen. En van het eiland. Elke dag was er wat tijd ingepland voor een wandeling naar het strand of de vuurtoren. Dat hebben we van vorige edities geleerd: het eiland is een van de troeven van dit vertelfestival. Men wil verhalen horen, leren over nog mooier vertellen en men wil de zee zien. Vorig jaar, toen was het in oktober, heb ik zelfs met twee deelnemers een duik in het Amelander Gat genomen. Deze keer kwam dat er niet van.
Bij de meertaligheid speelde het Amelands een belangrijke rol. In het openingswoord, deels in het Amelands vanzelf, noemde ik het “de taal van het gastland”. De deelnemers zaten op het puntje van hun stoel glunderend te luisteren naar dat dialect. Ze vonden het prachtig, het regende complimenten. Ook na het tweetalige verhaal dat ik samen met Hans-Jürgen Borchers uit Bremen in de tentoonstellingsruimte van de molen vertelde. Een kleurige ambiance die we binnentraden via de naar meel en mosterd geurende museumwinkel. Het droeg allemaal bij aan de juiste sfeer voor ons verhaal dat we in het Duits en Amelands brachten.
Op de eerste twee dagen van het festival lag de wind en scheen de zon. Met enige trots hield ik het gehoor, in het Amelands, voor dat op Ameland altijd de zon schijnt. Ze konden het met eigen ogen zien en moesten lachen. Dat de derde dag van het festival volgens de weerapp een zou worden vol regen en wind vergaten we voor het gemak. Ameland heeft in de afgelopen vijf jaar naam gemaakt als het Eiland van Verhalen. Expeditie Ameland, a storytelling adventure is een blijvertje.
Jeanet F. de Jong
Geen opmerkingen:
Een reactie posten