Posts tonen met het label Marseille. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Marseille. Alle posts tonen

maandag 24 september 2012

Column - Marseille

Een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest. Wij, C en ik, hebben daar ook wat last van. We willen naar Marseille, maar zijn wat terughoudend vanwege het criminele imago van de stad. Onze nieuwsgierigheid wint het uiteindelijk van de angst en belust op avontuur en mooie ervaringen speuren we op Internet naar bezienswaardigheden.

De stad overtreft onze stoutste verwachtingen. Op aanraden van Internet houden we in de wirwar van wegen de route naar de Port Vieux aan en onverwacht komen we in het mooiste deel van Marseille terecht. Rechts doemt de Middellandse Zee op, met de havens, de enorme cruiseschepen, de veerboten waar de Sier in kan zwemmen en dan rijden we zomaar opeens langs de Port Vieux, de oude haven die net als de Noorderhaven van Harlingen, midden in de stad is aangelegd.

We zetten ons neer op een terras langs de kade en vergapen ons aan de honderden bootjes en jachten, de Marseillaise vissermannen en de schalen bouillabaisse met kreeften en krabben die ons van over de rand van het bord op het belendende tafeltje aanstaren. “Eet ons,” lijken ze te roepen, “eet ons, want wij zijn de specialiteit van deze streek!”

We boeken toeristisch een rondrit in een bus en zien de mooiste kanten van de stad. Hier zou ik met onze Peugeot 3008 nooit durven rijden. De straatjes in de oude stad zijn smal en hellen meer dan de veerbootbrug bij springtij. De chauffeur is in zijn element; hij manoeuvreert door de binnenstad alsof hij een Harry Potter-bus bestuurt en zijn voertuig elk gewenst moment kan laten versmallen en terugveren.
Vanuit die bus zien we overweldigende architectuur, rijke huizen, kerken, beelden, pleinen en het rotseilandje dat voor de kust ligt. Het inspireerde Alexandre Dumas tot het schrijven van de geschiedenis van De Graaf van Monte-Christo. Wat graag had ik ook nog de boottocht op de Middellandse Zee voor deze Côte d’Azur gemaakt en om het eilandje gevaren, maar dat uitstapje bewaren we voor een volgende keer. Samen met het nuttigen van de bouillabaisse vult dat het herhalingsbezoek.

Marseille maakt zich op voor haar status als Culturele Hoofdstad van Europa in 2013. Waar nu nog bouwputten zijn, is over enkele maanden nog meer moois te zien. Toe maar, doe het maar. Wij garanderen dat u geen spijt krijgt van uw bezoek: wij zijn in ieder geval onze vrees voorbij.

Jeanet F. de Jong

zaterdag 22 september 2012

Column - Azuur

MARSEILLE - Vakantie brengt ontspanning en opent nieuwe vergezichten. Een niet minder belangrijk onderdeel van reizen is het thuiskomen. Na een reis in verre streken - of in een bungalowpark met zwembad in een naburige provincie - is de thuiskomst welhaast zaliger dan het vertrek. In de bagage zitten honderden ervaringen die nog maandenlang of langer een bron van inspiratie zijn.

Neem de kleur van water dat je onderweg tegenkomt. Tussen Nes en Holwerd pruttelt het grijsbruin met een vleugje groen en ergens nog wat blauw van het Waddenzeewater achter de schroef van de Sier: de biotoop van Muddy Monsters. Het zijn de eerste kilometers van een vakantierit die vriendin C en ik maken naar de Provence. Onderweg naar het zuiden komen we diverse plassen tegen met vele schakeringen van grijsgroen en grijsblauw. Diep in Frankrijk volgt de Rhône met een on-Nederlandse tint blauwgroen. Als een breed lint slingert de rivier door steden en tussen de flanken vol druiventrossen.

De Rhône-kleur – hoe prachtig ook - verbleekt bij de aanblik van het smaragdgroen van Lac de Saint Croix aan het begin van de Gorges du Verdon. Elke doorkijk levert een schilderachtig spektakel van de enorme waterpartij tussen de bergen. Vanuit elke hoek past het palet zich aan het zonlicht aan, tot het recht voor de zon schittert als zilver. Het water in de kloof daarentegen, is van een waterig lichtgroen dat op de diepere delen donkerder kleurt.

Onze ogen worden als schoteltjes bij het zien van de Middellandse Zee ter hoogte van Marseille. De titel Cote d’Azur is meer dan verdiend. Het water is er zo mooi blauw, dat je wilt blijven kijken. Dat deed de automobilist van het gele autootje waarschijnlijk iets te nadrukkelijk. Hij lanceerde het vehikel over de betonnen rand van de weg langs de zee en belandde in het tien meter diepe azuurblauwe water. Het zag er niet goed uit.

Op de terugweg rijden we wederom langs de Rhône, overbruggen glinsterende rivieren en komen weer aan bij de Waddenzee, die ditmaal als een bronsgroen modderige waterpartij voor ons ligt. De zonsondergang op het wad geeft het water een gouden glans. De Marseillaises - mochten ze ooit het Waddeneiland bezoeken - zullen zich aan dit beeld vergapen en wij zijn bijna thuis en pakken onze koffers uit.

Jeanet F. de Jong