woensdag 7 september 2011

Column - Nootjes

SCHIN OP GEUL – We willen toch even weten wat een kamer doet, in De Herbergier van Schin op Geul. Hij is al geboekt, maar we vragen het om te bepalen of we de dikke of de dunne beurs moeten trekken. Dertig euro p.p. inclusief ontbijt. We kijken elkaar aan, vriendin C en ik. Daar heb je dus in Parijs, in de tent tegenover Gare du Nord, nog net een wit biertje en een schaaltje pinda’s voor. Het etablissement waar we wat op het terrasje dronken zonder op de prijs te letten – dat moet je in Parijs ook niet doen, want dan kom je nergens – wordt gefrequenteerd door een divers publiek. Eigen volk en toeristen, beide met dikke portemonnee. Achter ons hangt een briefje. Na drie uur in de middag mag je hier geen kleintje koffie meer bestellen. De waarde van de stoel is dan niet minder dan een ‘grand café.’ We besluiten het bij het ene biertje te laten.

De middag voor ons vertrek naar het zuiden bezoeken we in Hollum de verjaardag van J. Als de olijven, gevulde eieren en borrelnoten op tafel komen, doet M haar verhaal, waarna niemand meer een nootje durft te grabbelen. Wat zij las in een artikel doet haar tafelgenoten gruwen. Veertien soorten pis zitten er op de nootjes die je aan de bar gepresenteerd worden in kleine schaaltjes. Barzitters schijnen hun handen na een toiletbezoek niet goed, of helemaal niet, te wassen en besmetten daarna de nootjes op de bar. Hilarische suggesties hoe de pinda’s aan veertien soorten urine komen vliegen over tafel.

We kijken de pinda’s van Paris met een schuin oog aan. Ze blijken om en nabij hun gewicht in goud waard, als we de ‘addition’ bekijken. We laten het schaaltje onaangeroerd achter.

Jeanet F. de Jong


Geen opmerkingen: