URK - PA is op vakantie en net als in vorige jaren is de laptop mee en houden we via internet bij wat er in de wereld en op Ameland gebeurt. PA zit daarom even niet bovenop het eilandnieuws maar bekijkt van een afstand. Met af een toe een column delen we dàt uit den vreemde waarin we iets van Ameland tegenkomen. Want Ameland helemaal uit ons hoofd zetten, dat is onbegonnen werk.
Oenze Bult
Overal doen we inspiratie op en in alle plaatsen spiegelen we onze eilandsituatie aan die van het bezochte gebied. Zoals Urk. Wij, vriendin C en ik, deden op de heenreis even Urk aan. We waren òp Urk, want Urk draagt het eiland nog altijd in zich ook al is het sinds 1941 opgenomen in de Noordoostpolder. Het is een hoge keileembult in het midden van de voormalige Zuiderzee. Een mooi plekje om te wonen met vis rondom dat wel wilde bijten. Logisch dat daar mensen zijn gaan wonen. In de tijd dat Ameland bloeide vanwege de walvisvaart, was Urk druk met de visvangst rond het eiland. Er was eigen huizenbouw en eigen klederdracht, eigen gewoontes en een eigen taal. Op Urk komen de baby’s niet met de ooievaar maar moet de vader het kleintje ophalen met een roeiboot bij de ommelebommelestien. Op Urk kunnen ze met ons en de Friezen praten, want moekeheet er mimme en ons 'Folluk’ is er hun ’Volluk!’ Ook op Urk vragen ze van wie je er een bent om je te kunnen plaatsen. We herkennen ons ‘Fan wie bistou iën?’ erin. Urk is mooi en lieflijk en toeristisch en Urk heeft bedrijvigheid aan zich weten te binden die haar oorsprong in de Zuiderzeevisserij kent. Op Urk zijn ze meebewogen met de veranderingen door enerzijds de oude botters om te bouwen tot rondvaartbootjes en anderzijds voor de visserij uit te wijken naar de Noordzee en daar grotere kotters voor te bouwen. De visafslag bond diverse bedrijfstakken aan het voormalige eiland, dat ook werkgelegenheid biedt. Op Urk lees je geen briefjes in het Duits op de deur van de supermarkt, maar is er een Poolse tekst op het kassaplankje geplakt. Ik herken een 18 en een woord dat op alcohol lijkt. Het barst er van de Poolse werknemers die in de vis zitten.
Al decennialang mag de bult – waar wij het over de Ouwe Pôlle hebben noemen zij hun plekje liefkozend Oenze Bult - zich geen eiland meer noemen, maar de eilandidentiteit hebben ze goed weten te behouden. Ze hebben er zelfs een Urkerdag voor. Alle Urkers lopen dan in klederdracht. Dat is dan weer, ongeveer, onze Ambachtelijke Dag op z’n Urks.
Jeanet F. de Jong
Geen opmerkingen:
Een reactie posten