Wij van PA zijn druk bezig met het opknappen van het huisje en het nieuwe kantoor aan de Westerlaan in Hollum. Het brengt een grote verscheidenheid aan problemen met zich mee die stuk voor stuk schreeuwen om een oplossing. Een van die problemen gaat over de vloerbedekking. Wat moet er op de vloer, welk materiaal, welke kleur, wat voor dessin en moet het glad en effen of met kleur en structuur?
De woonwinkel heeft een keur aan voorbeelden, de ene nog mooier dan de andere, al zijn er ook dessins bij die direct al afvallen. De afvallers helpen gelukkig bij het selecteren, want oh, oh, wat geeft het uitzoeken een keuzestress!
Bij de woonwinkel kiezen we een paar stalen uit die we mogen meenemen om ter plekke te bekijken of het bevalt of niet. De keuze valt in eerste instantie op pvc - die synthetische vloerbedekking laat heel goed de warmte van de vloerverwarming door - en ik vraag een paar zussen, vriendin T en dochter C of ze willen komen kijken en adviseren. Dat werkt heel aardig en na een eerste selectieronde is wel duidelijk wat het niet moet worden.
Wat dan volgt is onrust. Komt het wel goed? Wordt het wel mooi? Past het wel bij het huis? Al dubbend pak ik internet erbij en tik ‘vloerbedekking’ in als zoekopdracht. Laminaat, parket, hout, beton, bamboe, vinyl, tapijt, gietvloer, steentapijt, natuursteen, tegels en pvc komen bovendrijven, en ook marmoleum. ‘Marmóleum’ zegt een mevrouw die het kan weten in een voorlichtingsvideootje, terwijl er marmoléum in mijn hoofd zit. Doorgaans zeggen we ook linóleum en marmoleum ís linoleum, dus het accentje op de o is niet onlogisch. Ik ga achter marmoleum aan - het is een natuurproduct en duurzaam - en kom wederom bij de woonwinkel uit om stalen te scoren.
Die stukjes leggen we neer op de zandgrond in het huisje aan de Westerlaan, zodat we ons een voorstelling kunnen maken hoe het straks zal staan. Straks, met de geïsoleerde muren, de nieuwe kozijnen en dubbele ramen. En met de vloerverwarming en de keuken. Dochter C wordt ook weer even gevraagd om te komen kijken en oordelen over het gemarmerde palet. Eerst spreken we af om kwart over één en niet veel later stel ik de afspraak bij op één uur. “Lok God”, appt ze. Lok God? Het leest als Scandinavisch of als iets van een godsdienstwaanzinnige. Mijn kind is geen van beide. Lok God blijkt “Ook goed” te zijn in een net iets te snel verstuurd en daardoor niet gecorrigeerd WhatsApp-berichtje. Lok God, die houden we erin. Net als dat marmóleum.
Jeanet de Jong
Geen opmerkingen:
Een reactie posten