‘Geduld’ is het spannende vervolg op het boek: ‘Getuige’', schrijft de achterflap. Van ‘Getuige’ had ik al eens een recensie geschreven. Zonder veel aardigheid, overigens. Het is veel plezieriger om met enthousiasme over een boek te schrijven, maar wat betreft Gert van Veen zijn ‘Ameland politiethrillers’ krijg ik weinig positiefs uit de pen. Zoals er bij mij geen enkele liefde voor Gert van Veens schrijfsels wil ontspruiten, zo schrijft Van Veen liefdeloos over het eiland waar hij zijn verhaal situeert.
Het boek ‘Geduld’ kwam al in 2022 uit. Ik heb het niet zelf gekocht, maar kreeg het. Het werd in mijn brievenbus gedropt. Eerlijk gezegd wilde ik er geen geld aan uitgeven, maar was ik wel nieuwsgierig of dit boek beter was dan het eerste. Voordat ik me tot lezen ervan kon zetten lag het jaren op de plank. Nu heb ik het eindelijk uit.
Was Van Veens Ameland in ‘Getuige’ een streng gelovig nest vol anti homo sentimenten, in ‘Geduld’ ligt juist de nadruk op homoseksuele escapades. In ‘Getuige’ moet de lezer zich door pagina’s vol onanie worstelen; in dit werk druipt de homoseks uit het binnenwerk.
Waren het nu maar met smaak en erotiek beschreven escapades. Het blijft helaas hangen in ordinaire flarden van mannen die mannen willen, mannen die mannen met hun ogen en jeweetwel verslinden en huis-tuin-en-keuken situaties die worden overgoten met een kwakje.
Het boek is ook een aaneenrijging van slordigheden. Alsof er geen redactie aan te pas is gekomen. Zetfouten, dubbele woorden, geknipte en fout geplakte zinnen, komma’s die punten moeten zijn, schuine strepen die zomaar ergens in een tekst verschijnen en schrijffouten. Er staat een variant in die ik nog nooit ben tegengekomen: een voltooid deelwoord met td op het eind.
Van Veen schrijft consequent het tussenvoegsel van een naam met een kleine letter. Dat deed hij in het vorige boek ook al en deze uitgave is wat dat betreft geen verbetering.
Irritant zijn de herhalingen, geëtaleerd als ‘zie mij eens leuk en origineel zijn’. Hoe vaak kun je straffeloos in een tekst schrijven dat je de telefoon opneemt door op het groene telefoon icoontje te drukken? Eén keer, lijkt me en daarna is die zin uitgewerkt. Het komt in het hele boek vele malen voor, net als de variant van het rode telefoontje bij het afsluiten van het gesprek. Tot vervelens toe laat de schrijver iemand een patroon op de telefoon tekenen voor het ontgrendelen.
Eén keer, Van Veen, dan weten we het wel!
De ene keer varieert de schrijver op echte namen en de andere keer gebruikt hij de werkelijke benaming. Zo heet het festival KunstVirus in plaats van Kunstmaand. Leuke vondst? Mwah!
In het verhaal lijkt Ameland Gronings, onder het Groninger Provinciale bestuur te vallen en bij politie Regio Groningen te horen. Het is als in dat duur betaalde reclamefilmpje om vakantiehuisjes op Ameland te verkopen: “Dat mooie eiland Ameland, dat bij de provincie Groningen hoort.” Niks ten nadele van Groningen, maar Ameland hoort bij Friesland, brengt doorgaans zijn patiënten naar het ziekenhuis in Leeuwarden en heeft te maken met Regio Friesland wat de politie betreft. Het feitenonderzoek voorafgaand aan het schrijven van dit boek verdient een onvoldoende.
Wat irritant is het zich voorstaan op kennis van films, dat te pas en te onpas in de tekst gemanoeuvreerd is, zonder functie, zonder vervolg en soms tot in den treure herhaald.
Ach, zo kan ik nog wel even doorgaan. Het maakt de recensie er niet gezelliger op. Het boek is al drie jaar in de verkoop, dus wie het graag wil lezen heeft allang een exemplaar aangeschaft. Ik ben de laatste om aankoop te stimuleren.
Van Veen is van de herhaling en wars van variaties en synoniemen. Het maakt het lezen van het boek er niet lekkerder op.
Bij sommige gebruikte begrippen is het een kwestie van klok en klepel of van gehussel van talen. Oorwurm is een correct Nederlands woord. Toch heeft Van Veen in een verder Nederlandse tekst het een paar keer over ohrwurm. Op zijn Duits is het inderdaad Ohrwurm, maar dan met een hoofdletter. En waarom gebruik je Ohrwurm als er een prima Nederlands woord voor bestaat? Het gebruik van Engelse termen hoort daar ook bij. Het wordt echt vervelend als die termen telkens weer worden gebruikt.
En dan zijn er nog de spreekwoorden, het heerlijke figuurlijke taalgebruik van de spreekwoorden. Mits ze goed worden gebruikt en niet worden verhaspeld tot vlaggen op modderschuiten. In iemands voetsporen lopen? Het spreekwoord maakt gebruik van treden: In iemands voetsporen treden. Je wordt niet van een gewisse dood gered, maar van een wisse dood. Als je alles weet dan weet je van de hoed en de rand en niet van de rand en de hoed. Een moeder van twee door geweld omgekomen kinderen maakt niet als een kat in het nauw rare sprongen. Dat is een heel lelijke beeldspraak voor een moeder die van verdriet niet weet waar ze het zoeken moet.
En het houdt niet op. Zo is iemand tot ver achter de oren verliefd op een van de hoofdfiguren. Niet tot over zijn oren maar ‘tot ver achter zijn oren’ verliefd. Dit soort slordigheden maakt dat je je achter de oren blijft krabben.
En ja hoor, daar hebben we het weer. Het eiland Ameland wordt gebruikt als plaats delict, zonder kennis van zaken over de situatie ter plekke. Op het Oerd (het Oerd en niet de Oerd of De Oerd) staat bijvoorbeeld geen bos.
Waarom gaat een schrijver niet eerst op zo’n eiland kijken, denk ik dan, als hij er zo graag over wil schrijven?
“'Geduld' is het spannende vervolg op het boek: ‘Getuige’.” Dat staat op de achterflap. In feite is ‘Geduld’ een herhaling van zetten, een herhaling van fouten. Het heeft een paar jaar geduurd voor ik het boek ter hand nam, ik heb het een paar keer weggelegd na lezing van enkele bladzijden. Afgelopen week heb ik doorgezet. Deze recensie is het verslag van weinig leesplezier.
Slechts één onderdeel was werkelijk vermakelijk: er komt een Jeannette de Oude voor in het verhaal, een reporter die zich gespecialiseerd heeft in de roddel. Zou dat iets te maken kunnen hebben met mijn recensie op ‘Getuige’? Zou zomaar kunnen.
Jeanet de Jong
Lees hier over Geduld, het boek dat in 2022 uitkwam.