Thuisquarantaine is geen pretje. Trouwens, die test daar hoef je al helemaal niet naar te solliciteren. Het is ronduit onaangenaam, dat stokje diep in je neus. Het is alsof van binnenuit je hersens worden gekieteld en al roept kietelen op zich doorgaans een fijne sensatie op, deze testkietel hoort daar echt niet bij.
“Slaan jimme elkaar de ha'sjes al in?” vraagt nicht I, die even videobelt vanaf haar vakantieadres. We zitten net één dag in thuisquarantaine, zuster G en ik, bij wie ik, dacht ik vorig jaar nog, voor hooguit een paar maanden zou intrekken. Dat liep wat anders en inmiddels wonen we op een maand na een jaar bij elkaar in haar huis. De verbouwing van mijn huisje aan de Westerlaan liep een ietwat uit. We kunnen het best vinden en van elkaar de hersens inslaan is geen sprake. We gooien er af en toe maar een grap in, want lachen breekt spanning en maakt zelfs de zelfisolatie dragelijk.
Vanmorgen liet zus G haar net zorgvuldig gesmeerde en belegde beschuitje met kaas op de grond vallen. Het parket zat onder de kruimels, boter en kaas. “Gelukkech kin je hier fan'e floer ete!” zei ik. G raapte haar beschuitje op en verzamelde de stukjes beleg, terwijl ik een stuk van de keukenrol scheurde om boter weg te poetsen. De beschuit werd weer klaargemaakt voor consumptie. Na een paar happen zei zus onderkoeld: “Nôch noait so’n lekker beskuutke hat!” Dan weet je wat je te doen staat, zei ik. "Je flikkere gewoan elke beskuut die je fanôf nou ete gane op de floer!" Zus G rolde zowat uit haar stoel van het lachen.
Morgen komt hopelijk de uitslag van onze test en anders wordt het donderdag.
Jeanet de Jong
Geen opmerkingen:
Een reactie posten