"Ratten jagen gevangenen uit de cel". Dat staat in het Dagblad van het Noorden van zaterdag 21 mei. Ik zit in Veendam en lees het Groninger broertje van de Leeuwarder Courant. Op pagina 5 staat het berichtje over de rattenplaag en de tijdelijke verhuizing van de gevangenen naar Assen en Leeuwarden. "Amsterdam schijnt ook nogal last te hebben van ratten", zegt C uit Veendam. "Dat heeft Amsterdam al heel lang", zeg ik, "en ook van muizen".
Zo'n veertig jaar geleden nuttigde ik eens in goed gezelschap een ontbijtje in het Americain, dat hotel en restaurant van faam aan het Leidseplein. Het ontbijtje was top en de entourage subliem, tot ik een muis ontwaarde die vanuit de keuken onder de tafeltjes schoot en uit het zicht verdween. De gerant verblikte of verbloosde niet toen ik er bij hem melding van maakte. Ik dacht dat hij dacht dat ik vanwege die muis aasde op korting op de toast en het gekookte eitje, maar nu denk ik dat hij dat helemaal niet dacht. Nu denk ik dat hij zo klaar was met die muizen dat hij er niets meer over wilde horen en er ook niet meer aan wilde denken. Zoals kleine kinderen dat kunnen als ze verstoppertje spelen, als ze hun handen voor de ogen houden onder het mom van: als ik jou niet zie, zie jij mij ook niet. Veertig jaar na dato snap ik eindelijk die gerant.
Voor de gevangenen is het allemaal niet zo heel erg. Het was nou niet dat de ratten al aan hun tenen knabbelden. Ze moesten alleen even verkassen voor de duur van de bestrijding van de plaag.
Jeanet de Jong
Geen opmerkingen:
Een reactie posten