“Doe es normaal!” Dat beet een man me toe terwijl hij met zijn extended family, een man/ vrouw/ kind of twaalf, midden op de weg stond te prepareren om hun fietstocht voor te zetten. Ik kwam aantuffen met de MaxMobiel, op weg om Tafeltje Dekje maaltijden rond te brengen. Dat gaat perfect met de MaxMobiel. Het ding kan minder hard dan een brommer, maar hard genoeg én er zit een goede claxon op. Die gebruikte ik toen ik de grootfamilie naderde. Een toeter doet gewoonlijk mensen opkijken en reageren, de weg vrij maken of groeten. Deze groep reageerde niet. Er keek geen mens op of om en men bleef midden op de weg, met de fiets tussen de benen, staan. De MaxMobiel is klein, maar altijd nog breder dan een fiets, zodat ik inschatte dat ik maar beter niet tussen het volk door kon gaan slalommen. En claxonneerde nog maar eens. “Doe es normaal!” riep de pappa. Pas toen ik stopte ging men een ietsepietsie opzij.
Normaal? Paardenstront op de weg, dát is normaal. We zagen het deze zaterdag weer volop en het rook verrukkelijk. Weinig ruikt zo lekker en zo normaal als een vers gedropte paardenhoop. Het was de zaterdag van de eerste oefening van de paardenreddingboot. Twee jaar lang vond er geen lancering, geen demonstratie plaats vanwege pandemie en bijbehorende maatregelen. Deze eerste keer was spannend voor man en paard, maar het ging goed. Het roest ratelde uit de rupsbanden, de voerlui waren accuraat en de paarden wisten nog altijd wat er van hen verwacht werd. Ze deden normaal en dat was prachtig om te zien. Er was nauwelijks publiek, op wat Amelanders en een paar gasten na en de mensen die er waren genoten van het geluid van de rupsbanden op asfalt en klinkers. Een vertrouwd geluid, dat nog altijd de gedachte aan een schip in nood oproept, aan een mensenreddende lancering, en daarom kippenvel veroorzaakt. Dat geluid, dat we twee jaar hebben moeten missen, dát is pas normaal.
Jeanet de Jong
Geen opmerkingen:
Een reactie posten